Je bent hier:

FOS Open Scouting is er voor alle kinderen en jongeren uit de 3° kleuterklas (ong. 5 jaar) of het 1° leerjaar (ong. 6 jaar). Op 17 à 18 jaar kan je leid(st)er worden. Informeer je bij de lokale eenheid in je buurt over hun startleeftijd. Dit kan immers van gemeente tot gemeente verschillen.
In onze jongste tak mogen kinderen zich aansluiten in september van het jaar dat ze 5 worden. Voor kinderen die een jaar 'voor' zijn op hun leeftijd is het uiteraard toegestaan om met hun klasgenoten van de 3de kleuterklas mee te starten.

Al deze kinderen en jongeren kan je uiteraard niet allemaal in één grote groep laten spelen. Bij FOS Open Scouting spelen de kinderen daarom in verschillende groepen of 'takken'. Een tak focust zich op een bepaalde leeftijdsgroep waardoor het makkelijker is om de activiteiten af te stemmen op de leefwereld, de mogelijkheden & vaardigheden van de kinderen. Zo kunnen we onze Fundamenten vertalen naar concrete activiteiten op maat van elke leeftijdsgroep.

Elke tak heeft z’n eigen stijl, met specifieke afspraken, ideeën en activiteiten. Alles is afgestemd op de noden en interesses van de leeftijd & de eigenheid van de tak. Zo worden de activiteiten helemaal afgestemd op jouw kind en de groep!

Onze takken:

De officiële FOS-takindeling ziet er als volgt uit. Lokale scoutseenheden hanteren mogelijks een afwijkende takindeling.

takindeling


Bevers-Zeehonden
3° kleuterklas - 2° leerjaar (ong. 5 tot en met 7 jaar)

Bevers en Zeehonden zijn nog sterk op zichzelf gericht. Dat merk je vooral als ze honderduit over hun ervaringen vertellen. Groepjes ontstaan willekeurig, rond toevallige gebeurtenissen. Toch merk je dat ook zij langzamerhand groepsbesef krijgen terwijl ze de wereld ontdekken.  

Hun levendige fantasie houdt hun aandacht niet lang bij hetzelfde onderwerp. Eerst apen ze de leiding na, dan de tovenaar die langskomt. Even later zijn ze intens geboeid door een vogeltje dat in het gras rondspringt of begint weer een nieuw verhaal…

  • Scoutsmapartikel Bevers-Zeehonden pdf / issuu

Welpen
3° leerjaar - 5° leerjaar (ong. 8 tot en met 10 jaar)

Welpen krijgen meer aandacht voor de groep. Vriendjes worden bewust gekozen en kliekjes ontstaan. "Geen vrienden hebben" is heel erg...

Van nature hebben ze een talent om zich in situaties en personen in te leven. Heb je al gemerkt hoe heftig Welpen reageren als iemand een spel niet eerlijk speelt? Of hoe de "slechte" deerlijk toegetakeld uit het bosspel komt? Natuurlijke competitie is typisch: een spel winnen of verliezen is van levensbelang. In die fase groeit ook vaak een eerste imago: de sterkste, de lenigste of de creatiefste zijn.

Wolven (optionele tak)

5° leerjaar - 6° leerjaar (ong. 10 tot en met 11 jaar)

De Wolventak is een optionele tak. Eenheden die hiervoor kiezen 'knabbelen' wat leden af van de Welpentak en van de JongVerkenners/JongGidsen-Aspirantentak. Zij kiezen ervoor om af te stappen van twee driejarige werkingen en gaan aan de slag met 3 kleinere groepen met een beperkter leeftijdsverschil.

De Wolventak legt dus de basis voor de JVG-jaren, waarbij de leden verantwoordelijkheid zullen dragen over hun eigen leefwereld op kamp. Op een speelse manier wordt er gewerkt aan verantwoordelijkheidszin, samenwerking en het probleemoplossend denkvermogen. Uitdagende spelen en elkaar steeds beter leren kennen staan centraal binnen de wolvenwerking. Wolven proeven ook voor het eerst écht van verantwoordelijkheid en inspraak door in groepen te werken. Daarnaast komen ze voor het eerst in contact met techniekenwerking: de basistechnieken worden grondig en vaak uitgelegd en bijgeschaafd.

 

  • Het scoutsmapartikel voor de Wolventak is momenteel in de maak. Binnenkort kunnen de eenheden hiermee aan de slag!

Jongverkenners/Jonggidsen-Aspiranten
6° leerjaar - 2° middelbaar (ong. 11 tot en met 13 jaar)

Bij Jonggidsen, Jongverkenners en Aspiranten is de groep als geheel enorm belangrijk. Kleine bendes worden opgericht, (geheime) kampen gebouwd om samen de spannendste spelen uit te werken. De groep bepaalt de stijl, de norm, de communicatie en de sfeer. Jongverkenners, Jonggidsen of Aspiranten voldoen wel of niet. De een is enorm populair en leidt, de ander raakt stilzwijgend in de verdrukking. Deze leeftijd is dan ook cruciaal om lid van Open Scouting te blijven.

Het is de leeftijd van verschillende interesses. Jongverkenners, Jonggidsen en Aspiranten hongeren naar informatie allerhande: ze leggen verzamelingen aan en houden artikels bij. Vaak sluiten ze stevige en intense vriendschappen: “een hartsvriend(in)” . Jonggidsen vinden jongens kinderachtig of te ruw, terwijl Jongverkenners meisjes als aanstellerig of giechelachtig bestempelen.

  • Scoutsmapartikel JVG's-Aspiranten pdf / issuu

Verkenners/Gidsen-Juniors
3° middelbaar - 4° middelbaar (ong. 14 tot en met 15 jaar)

Gidsen, Verkenners en Juniors worden zich van hun omgeving en de maatschappij bewust. Ze maken grootse plannen en vinden het een erezaak  die met succes te realiseren. Ze gaan op elke uitdaging in terwijl ze de banden met thuis stilaan loslaten. Over hun ouders, de klas, de leerkrachten en natuurlijk over zichzelf hebben ze een uitgesproken mening die ze vaak onder invloed van leeftijdsgenoten vormen.
Verkenners/Gidsen en Juniors voelen zich hierdoor soms erg onzeker en zoeken dan steun bij gelijkgestemde leeftijdsgenoten. Vrienden worden zeer belangrijk.  
Gidsen, Verkenners en Juniors hebben intense sociale contacten, maar het gevoel van eenzaamheid is nooit ver weg.  
En last but not least: Verkenners ontdekken dat Gidsen toch niet zo aanstellerig zijn en meisjes vinden jongens plots niet meer zo kinderachtig; Gidsen en Verkenners krijgen aandacht voor elkaar.

  • Scoutsmapartikel VG's-Juniors pdf / issuu

Seniors
5° middelbaar - 6° middelbaar  (ong. 16 tot en met 17 jaar)

Seniors vertonen meestal een uitgesproken zin voor onafhankelijkheid en individualiteit. Hun bewust beleefde persoonlijke waarden en normen stemmen niet steeds overeen met die van onze maatschappij. Deze eigenschap en een sterk sociaal gevoel zorgen voor het ontstaan van intense vriendschappen. De wereld dringt zich aan hen op en dat uit zich in concrete vragen over studie- en beroepsambities. Meestal kunnen vertrouwenspersonen hen in de zoektocht naar hun eigen identiteit en zelfontplooiing verder helpen.

Niet gevonden wat je zoekt?

Zoeken